Uit een uitzending van het televisieprogramma Radar op 25 maart 2019 blijkt duidelijk dat er bij letselschadeslachtoffers onvrede heerst over de behandeling van letselschadeclaims. De klachten hebben vooral betrekking op het feit dat verzekeraars termijnen negeren en daarmee hun eigen gedragscode (Gedragscode Behandeling Letselschadezaken) blijken te schenden. Letselschadeslachtoffers hebben bovendien het gevoel dat de verzekeraars er alles aan doen om een zo laag mogelijk bedrag uit te keren, aldus Radar. De slachtoffers in de uitzending ervaren dat niet hun belang, maar het financiële belang van de verzekeraar vooropstaat.
Radar bundelde de klachten over de afhandeling van letselschadeclaims in een zwartboek en bood dit aan de Tweede Kamer aan. Als gevolg hiervan hebben de Kamerleden Michiel van Nispen (SP) en Attje Kuiken (PvdA) Kamervragen gesteld aan de minister voor Rechtsbescherming en de minister van Financiën.[1] Zo zijn zij onder meer benieuwd of de ministers van plan zijn naar aanleiding van dit zwartboek een wettelijke doorlooptermijn vast te stellen waarbinnen verzekeraars moeten reageren en schade moeten uitkeren. Daarnaast vroegen ze of er sanctiemogelijkheden bestaan wanneer partijen zich niet houden aan de reactietermijn of er verwijtbaar niet uitkomen. Ze vragen de ministers om een reactie op het voorstel om bij onnodig rekken van een letselschadezaak de verzekeraar te kunnen veroordelen tot een hoger schadebedrag. Een ander voorstel is om een onafhankelijke tuchtraad in het leven te roepen waarbij consumenten terecht kunnen met klachten over het niet naleven van de gedragscode.
De Gedragscode Behandeling Letselschade
In 2006 is de Gedragscode Behandeling Letselschade opgesteld onder leiding van de Letselschade Raad. In de gedragscode zijn tien gedragsregels opgenomen. Een van de doelen van de gedragscode is om de afwikkeling van letselschadezaken sneller en transparant te laten verlopen. De code is door alle grote verzekeraars in Nederland ondertekend.
Uitgangspunt bij de gedragscode is om een zaak binnen twee jaar na de schademelding af te wikkelen. Indien dit niet lukt, moet de verzekeraar samen met het slachtoffer en andere partijen vaststellen wat de oorzaak daarvan is. Bij de afhandeling van letselschadezaken moeten de slachtoffers steeds centraal staan.
Dat de gedragscode nog niet naar tevredenheid werkt van slachtoffers en andere partijen die betrokken zijn bij de afhandeling, bleek al in 2011. De Stichting de Ombudsman concludeerde toen in het rapport De Gedragscode Behandeling Letselschade: een goed bewaard geheim? dat het letselschadeslachtoffer ‘nog steeds niet centraal’ staat. Zo zou de afwikkeling van letselschadezaken in veel gevallen langer dan twee jaar duren. De voorzitter van de vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) pleitte in een uitzending van Een Vandaag in 2017 al voor het opnemen van de Gedragscode Behandeling Letselschade in de wet. De huidige zelfregulering zou niet werken, aangezien verzekeraars zich niets aantrekken van de gedragscode. Ook moeten er volgens hen sancties worden opgesteld als de code niet wordt nagekomen. De bevraagde advocaten in de uitzending refereerden aan de code als een ‘grote boze leugen’.
Ook mr. T.J.J. van Dijk stelt vast dat de behandeling van zaken regelmatig veel meer tijd in beslag neemt dan nodig en verantwoord is. Het lijkt er vaak op dat alleen door er continue boven op te zitten de voortgang van de behandeling enigszins gewaarborgd kan worden. Daardoor moet er meer tijd in een letselschadezaak geïnvesteerd worden.
Het zou -aldus mr. Van Dijk- zeker schelen als er een sanctie zou staan op het niet naleven van de termijnen zoals genoemd in de Gedragscode Behandeling Letselschade.
[1] https://radar.avrotros.nl/nieuws/item/kamervragen-van-sp-en-pvda-over-afhandeling-letselschadeclaims-door-verzekeraars/