Politie agenten lopen tijdens hun werkzaamheden een grote kans om letsel (en daarmee letselschade) op te lopen. Zowel fysiek letsel als psychisch letsel (zoals een PTSS) komt regelmatig voor en kan tot langdurige of zelfs blijvende arbeidsongeschiktheid leiden. Politieagenten kunnen de politieorganisatie aanspreken voor schade die zij tijdens het politiewerk lijden (werkgeveraansprakelijkheid, maar met bijzondere regels). Tussen de politie en de politieagent bestaat geen arbeidsovereenkomst, waardoor artikel 7:685 BW niet geldt. Schadevergoeding voor de politiemedewerker is daarom geregeld in een afzonderlijk besluit: het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). Als er sprake is van een dienstongeval, heeft de agent recht op een vergoeding van de noodzakelijk gemaakte kosten van geneeskundige behandeling of verzorging. Bij een beroepsincident bestaat er thans recht op een volledige vergoeding van de schade die ten gevolge van het beroepsincident is ontstaan.[1]
De volledige vergoeding bij een beroepsincident, komt uit de ‘Regeling volledige schadevergoeding bij beroepsincidenten politie’.[2]
In het Akkoord arbeidsvoorwaarden sector Politie 2015–2017 is afgesproken dat in de rechtspositie een voorziening voor volledige schadevergoeding in verband met een beroepsincident zou worden opgenomen. Vanaf 1 januari 2017 is in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) de definitie van beroepsincident opgenomen. Vanaf diezelfde datum is artikel 54b Barp in werking getreden. In dit artikel is bepaald dat de ambtenaar aanspraak heeft op volledige vergoeding van de schade die hij ten gevolge van een beroepsincident lijdt, voor zover hierin op grond van de rechtspositie en andere uitkeringen niet reeds is voorzien. De betreffende ambtenaar wordt in die situatie vanuit rechtspositionele bepalingen schadeloos gesteld. Hij hoeft de werkgever in beginsel dan ook niet meer aansprakelijk te stellen voor de geleden schade om de resterende schade ook vergoed te krijgen. In artikel 54b, tweede lid, van het Barp, is bepaald dat de minister nadere regels kan stellen omtrent de vaststelling van de schade die op grond van het eerste lid vergoed wordt. Deze regeling is de uitwerking hiervan.
Letterlijk luidt art 54b lid 1 Barp thans:
- De ambtenaar heeft aanspraak op volledige vergoeding van de schade die hij ten gevolge van een beroepsincident lijdt, voor zover hierin op grond van de rechtspositie en andere uitkeringen niet reeds is voorzien.
Van groot belang is ook het bepaalde in art 54a BARP.
Ingevolge deze bepaling kan de ambtenaar een aanvraag indienen tot erkenning van zijn klachten als beroepsziekte. Bij toekenning kan (onder meer) een zeer aanzienlijke smartengeldvergoeding gevorderd worden.
Geschillenbeslechting
De politie kent de Commissie van Advies Restschade Afwikkeling Politie (CARAP). De commissie heeft als taak de behandeling van adviesaanvragen van (gewezen) ambtenaren van de politie en/of de politieorganisatie over verzoeken tot vergoeding van restschade als gevolg van een beroepsziekte.[3]
Bij geschillen over schadevergoeding hoeft de poliiemedwerker dus niet automatisch naar de rechter te gaan maar kan hij dit geschil ook voorleggen aan deze commissie. Dit is sneller en minder kostbaar.
Relevant is tot slot dat het buitensporigheidsvereiste waar vroeger veel vorderingen van politiemedewerkers op strandden door de CrvB is verlaten. Dit volgt uit:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CRVB:2023:1150
In deze uitspraak van 15 juni 2023 heroverweegt de CRvB de traditionele opvatting dat bepaalde ervaringen die weliswaar naar objectieve maatstaven gemeten zeer ingrijpend zijn, maar inherent zijn aan het werk, niet als buitensporig kunnen worden beschouwd. De CRvB erkent nu dat dergelijke ervaringen wel degelijk buitensporig kunnen zijn en psychische klachten kunnen veroorzaken.[4] Buitensporigheid dient dus niet meer gerelateerd te worden aan de functie (‘is dit gebruikelijk bij de politie?’), maar of het normaal is voor een ‘gemiddeld persoon’.
Conclusie is dat politiemedewerkers nu meer mogelijkheden hebben om hun schade te verhalen. Indien u daar meer over wilt weten neem dan contact op met mr. Thomas van Dijk (079-3239558 of via t.vandijk@advocaatvandijk.nl)
[1] https://wetten.overheid.nl/BWBR0006516/2024-01-20
[2] https://wetten.overheid.nl/BWBR0041736/2023-07-01
[3] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/06/27/tk-bijlage-11-commissie-van-advies-restschade-afwikkeling-politie#:~:text=De%20commissie%20heeft%20als%20taak,als%20gevolg%20van%20een%20beroepsziekte.
[4] CRvB 15 juni 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1150, r.o. 5.6.