• +31 (0)79 323 9558
  • Röntgenlaan 5, 2719DX Zoetermeer

Letselschade veroorzaakt door dieren; wie is aansprakelijk?

Letselschade veroorzaakt door dieren; wie is aansprakelijk?

Tegenwoordig hebben veel mensen een dier: een hond, een kat, een paard of zelfs een slang, je kunt het zo gek niet bedenken.

Wat nu als je door een dier van een ander schade oploopt? Je wordt gebeten door de hond van de buurman of in een manege getrapt door een paard? Dergelijke gebeurtenissen kunnen ernstig letsel tot gevolg hebben. Op wie kun je de schade dan verhalen?

Artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is in dit soort gevallen meestal relevant. De kern van dit artikel is dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor schade die het dier veroorzaakt. Wie kan worden aangewezen als bezitter van een dier wordt geregeld in artikel 3:107 BW. De bezitter is degene die het dier voor zichzelf houdt. Dit zal meestal tevens de eigenaar zijn.

Risico aansprakelijkheid
Artikel 6:179 BW behelst een zogenaamde risicoaansprakelijkheid met een zogenaamde ‘tenzij clausule’. Risicoaansprakelijkheid betekent hier dat aansprakelijkheid van de bezitter op grond van dit artikel ook wordt aangenomen als er geen sprake is van schuld of verwijtbaar handelen. De achtergrond hiervan is dat dieren nu eenmaal over een zogenaamde “eigen onberekenbare energie” beschikken die niet altijd door de mens te sturen is. De bezitter kan er vaak niets aan doen dat de hond iemand bijt en heeft dit in bijna alle gevallen ook niet gewild. De schade komt desalniettemin toch voor zijn rekening en risico. De bezitter is slechts in enkele (zeer weinig voorkomende) gevallen niet aansprakelijk ingevolge de ‘tenzij clausule’. Een voorbeeld van een dergelijk geval is een waakhond die een inbreker aanvalt terwijl de inbreker de bezitter van de hond thuis aanvalt. In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om vast te stellen of de zogenaamde tenzij clausule toepasselijk is. De eigenaar is in een dergelijk geval niet aansprakelijk omdat ook al had hij de waakhond onder controle hij niet onrechtmatig zou handelen.

Aansprakelijkheid bedrijfsmatig gebruiker
Een andere situatie waarin de bezitter niet aansprakelijk is is het geval waarin er sprake is van een bedrijfsmatig gebruiker van het dier. Artikel 6:181 BW is dan van toepassing. In gevolge het bepaalde in dit artikel is degene die een bedrijf uitoefent kwalitatief (dat wil zeggen in zijn hoedanigheid van ondernemer) voor de door een in zijn bedrijf gebruikt dier aansprakelijk. Het is vaak lastig om te bepalen of een dier gebruikt wordt in de uitoefening van een bedrijf. Uit de hierna gegeven voorbeelden zal dat blijken.

Een bekend eerste voorbeeld is een zaak waarin een bij een manegehouder (tegen betaling) ondergebracht paard teneinde dit paard te trainen en af te richten letsel toebrengt aan een minderjarig kind. Voor de schade wordt de eigenaar van het paard aangesproken. De bezitter verweerd zich echter stellende dat de aansprakelijkheid niet op hem rust maar op de manege op grond van art. 6:181 BW. De Hoge Raad volgt de bezitter hierin en bepaalt dat de manege had moeten worden aangesproken. De “zeggenschap” over het paard brengt hier met zich mee dat de manege aansprakelijk gesteld had moeten worden.

Een ander voorbeeld is een dierenarts die gewond raakt terwijl hij andermans paard dat zich op dat moment bevond in een stal van de bezitter van het paard wilde inenten. In deze zaak kon de dierenarts met succes een beroep doen op art. 6:179 BW en de bezitter aansprakelijk stellen. Als de dierenarts het paard echter mee had genomen naar zijn kliniek om het paard daar te behandelen dan zou de dierenarts de bezitter waarschijnlijk niet aansprakelijk kunnen hebben stellen.

Uit deze voorbeelden blijkt dat het van belang is om goed te bepalen welke partij aangesproken kan worden.

 

Meer weten?
Mocht u letsel oplopen door een dier neem dan altijd contact op met een gespecialiseerde letselschade advocaat. Voor vragen kunt u terecht bij mr. Thomas van Dijk, letselschadeadvocaat in Zoetermeer via e-mail t.vandijk@advocaatvandijk.nl of via telefoonnummer 079-323 95 58.