Mr. Thomas van Dijk vertelt over zijn 20-jarig jubileum als letselschade advocaat.
Met zo’n 50 zaken per jaar, heeft hij de afgelopen 20 jaar al meer dan 1000 slachtoffers bijgestaan bij de afwikkeling van verkeersongevallen, medische fouten en arbeidsongevallen. In dit interview vertelt Thomas over zijn kennis en ervaringen die hij de afgelopen 20 jaar heeft opgedaan.
“In elke zaak gaat het om twee centrale vragen: Wie is er aansprakelijk? en Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking?.”
U bent letselschade advocaat. Wat maakt uw beroep zo bijzonder?
Ik richt me vanaf 2008 in mijn werkzaamheden uitsluitend op het juridisch bijstaan van slachtoffers van letselschade. Eerder heb ik als advocaat ook voor verzekeraars en de Staat gewerkt; maar dat gaf toch minder voldoening dan het werk dat ik nu doe.
Je kunt als advocaat van slachtoffers echt iets voor mensen betekenen. Mensen die diep in de problemen zitten, kun je weer perspectief bieden. Bovendien sta je als advocaat van slachtoffers heel dichtbij je cliënten. Samen met hen geef ik het proces vorm.Welke deskundigen worden er bijvoorbeeld ingeschakeld om een beoordeling van de situatie te geven? Dat zijn zaken die je in goed onderling overleg bepaalt.
In de loop van de jaren heb ik geleerd welke deskundigen bereid zijn om zich echt te verdiepen in de problematiek van een slachtoffer en wie ik dus het beste om een oordeel kan vragen. Bij dit alles houd ik zelf natuurlijk de controle zodat ik altijd de spin in het web ben. Ik heb verder veel heel verschillende zaken afgewikkeld, van grote rampen (zo was ik betrokken bij de afwikkeling van de Bijlmerramp) tot individuele verkeersongevallen. Elke zaak is uniek. Dat maakt het beroep ontzettend uitdagend en afwisselend.
“Vaak moet je zelf op onderzoek uit om een standpunt echt goed te kunnen onderbouwen.”
Hoe ziet een juridisch proces voor letselschade eruit?
In elke zaak gaat het om twee centrale vragen: “Wie is er aansprakelijk?” en “Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking?”. De meest spannende zaken zijn de zaken waarbij (ook) het antwoord op de eerste vraag onzeker is. Het is dan vaak alles of niets. Daarbij is het belangrijk om zoveel mogelijk feitelijk onderzoek te doen: wat voor regels of protocollen zijn relevant, welke partijen zijn erbij betrokken en hebben die gedaan wat ze zouden moeten doen? Denk bijvoorbeeld aan toezichthouders of aandeelhouders.
Vaak moet je zelf op onderzoek uit om een standpunt echt goed te kunnen onderbouwen. Ook kijk ik altijd of de kosten van een procedure niet gedeeld kunnen worden met andere belanghebbende partijen die vaak het zelfde belang als het slachtoffer hebben. Dit kan bijvoorbeeld een werkgever of een ziektekostenverzekeraar zijn. Ik betrek die partijen in overleg met het slachtoffer bij het proces. In het beste geval loop je als slachtoffer geen financieel risico.
Een ander aspect is dat je als advocaat van slachtoffers vaak de schakel tussen het slachtoffer en de verzekeraar bent. Een verzekeraar moet de schade vergoeden, terwijl die ook vaak als tegenpartij wordt gezien en/of (ten onrechte) wordt vereenzelvigd met de persoon die de schade heeft veroorzaakt. Dit levert een spanningsveld op. Het is aan mij als advocaat om de emoties in goede banen te leiden en slachtoffers of nabestaanden uitleg te geven over de schadevergoeding die ze kunnen vorderen.
“Zaken waarin iemand ondanks zijn beperkingen toch weer de kracht vindt om verder te gaan, blijven me goed bij.”
Wat zijn zaken die het meest indruk op u hebben gemaakt in al die jaren?
Ik heb veel zaken meegemaakt die indruk op me hebben gemaakt. Luchtvaartongevallen met meerdere slachtoffers bijvoorbeeld. Ook zaken waarbij kinderen betrokken zijn vind ik heel schrijnend. Jonge kinderen zijn het minst weerbaar. Wanneer hen iets overkomt raken ze al snel in een sociaal isolement. Door hun lichamelijke beperkingen of ontsierende littekens verliezen ze hun vrienden, moeten naar een andere school of soms zelfs naar een verzorgingsinstelling. Dat is niet alleen traumatisch voor het kind, maar ook voor de ouders.
Ook zaken waarin iemand ondanks zijn beperkingen toch weer de kracht vindt om verder te gaan, blijven me goed bij. Dat zijn vaak zaken waarin ik samen met cliënten heb gezocht naar aanpassingen in werk- of woonomgeving, zodat de betrokkene binnen zijn beperkte capaciteiten toch kan blijven functioneren. Het gaat dan om het inschakelen van de juiste partijen en arbeidsdeskundigen. Verzekeraars zijn vaak bereidwillig om dit mogelijk te maken wanneer je het gezamenlijk belang goed inzichtelijk maakt.
“Advocaten die alles winnen, proberen niets.”
In welke zaken verliep het proces moeilijk of stroef?
Elke advocaat heeft wel eens moeilijke zaken. Advocaten die alles winnen, proberen niets. Soms moet men ook de grens van het recht op durven te zoeken; dan win je wel eens niet. Een ander probleem is nogal eens dat de ernst van bepaalde aandoeningen niet wordt (h)erkend. Denk bijvoorbeeld aan niet aangeboren hersenletsel. Hierbij kan de patiënt zijn remmingen verliezen en antisociaal gedrag vertonen. In plaats van dit gedrag te erkennen als gevolg van het letsel, wordt dit dan tegen de patiënt gebruikt. Het is dan van groot belang om dergelijke problemen voor te zijn door de juiste artsen in te schakelen. Artsen die goed bekend zijn met deze problematiek.
“De gemiddelde beoordeling is een 9,9.”
Wat is over het algemeen de waardering van uw cliënten in de afgelopen jaren?
Bij elke zaak die we afsluiten vragen we de cliënt om schriftelijk of online een aantal vragen te beantwoorden. Dat zijn vragen die ingaan op het resultaat, de voorlichting, de snelheid waarmee de zaak behandeld werd en het contact met de advocaat en secretaresses. De gemiddelde beoordeling is een 9,9. Het is enorme uitdaging om dit zo goed mogelijk te blijven doen. Daarin beschouw ik ook nazorg als een belangrijk onderdeel van onze dienstverlening.
Welke veranderingen en ontwikkelingen ziet u in de branche?
Een trend van de afgelopen jaren is dat procedures en schadeonderdelen meer en meer worden genormeerd. De Letselschade Raad zet zich in om schaderegelingstrajecten beter en sneller te laten verlopen. Dat betekent dat er met betrekking tot veel schadeposten richtlijnen zijn vastgesteld om zonder discussies tot een waardering te komen. Voor huishoudelijke hulp wordt bijvoorbeeld afhankelijk van de gezinssituatie en de ernst van de beperkingen over de eerste periode na een ongeval een vast bedrag per week toegekend.
“Denk ook aan de voordelen na de introductie van de zelfrijdende auto als in het verkeer een zogenaamde first party verzekerking wordt ingesteld.”
Wat zijn uw verwachtingen van de toekomst binnen uw vakgebied?
Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar waarschijnlijk zal de tendens om te normeren zich doorzetten. Er is verder een grote kans dat er in het verkeer een zogenaamde first party verzekeringwordt ingevoerd. De eigen verzekeraar handelt dan de schade van de verzekerde af. Dit ongeacht de vraag wie voor de schade aansprakelijk is. Bij een kettingbotsing geldt dan niet langer de discussie wie de schade van elke betrokkene heeft veroorzaakt. Denk ook aan de voordelen na de introductie van de zelfrijdende auto: wie is dan aansprakelijk bij een ongeval?
Daarnaast verwacht ik dat de reikwijdte van de Europese wetgeving groter zal worden door de harmonisatie binnen Europa. Zo heb ik een aantal zaken gehad van binnenlands vliegverkeer waarbij zowel nationaal als internationaal recht toepasselijk was. Wat betreft mijn eigen kantoor: binnenkort komt er een nieuwe juridisch medewerker bij mij werken. Maar ik blijf een control freak: juist om te waarborgen dat iedereen de beste hulp krijgt, blijf ik alle processtukken en belangrijke correspondentie zelf beoordelen.
Dit interview met Mr. Van Dijk is tot standgekomen nav zijn 20-jarige jubileum als letselschade-advocaat. Mr. Van Dijk is onder meer bekend van een aantal spraakmakende zaken en diverse optredens bij Goedemorgen Nederland op Radio1. // Dit interview is uitgevoerd en uitgewerkt door Tessa de Graaf in opdracht van Het Groene Bureau. Bel 030-2991177 als u vragen heeft over dit artikel.