• +31 (0)79 323 9558
  • Röntgenlaan 5, 2719DX Zoetermeer

Eigen schuld & BGK vergoeding

Eigen schuld & BGK vergoeding

De BGK in letselschadezaken: wie draait er op voor de kosten?

Inleiding
Buitengerechtelijke kosten (hierna te noemen: BGK) zijn de kosten die gemaakt moeten worden om de letselschadevordering, buiten de rechter om, te kunnen verhalen op de wederpartij. 1 In letselschadezaken gaat het dan meestal om de kosten van de vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Voorbeelden van deze kosten zijn advocaatkosten, kosten voor medische experts en kosten voor het laten maken van een actuariële berekening.

Vraag is wie deze kosten nu moet betalen en hoe de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets wordt toegepast. Daarnaast wordt uitgelegd hoe eigen schuld doorwerkt in de vergoeding van de BGK.

Wie draagt de BGK?
In letselschadezaken worden de BGK veelal gedragen door de aansprakelijke partij of diens verzekeraar, dit is vastgelegd in artikel 6:96 lid 2 BW. Uitgangspunt is dat het slachtoffer zoveel mogelijk schadeloos wordt gesteld en geen onnodige financiële lasten heeft. Wanneer er discussie bestaat over de mate van aansprakelijkheid of als de kosten onredelijk hoog zijn, kunnen een deel van de kosten wel voor rekening van het slachtoffer komen.

De vergoeding van de BGK wordt namelijk begrensd door de ‘dubbele redelijkheidstoets’. De dubbele redelijkheidstoets wil zeggen dat voor toewijzing van de vordering moet worden beoordeeld of de gemaakte kosten in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk waren om vergoeding van de geleden schade te verkrijgen en of de omvang van de werkzaamheden die in rekening zijn gebracht redelijk is.

BGK en eigen schuld
Ook eigen schuld van het slachtoffer kan leiden tot een beperking van de schadevergoeding die de aansprakelijke partij moet betalen. 2 Droeg het slachtoffer bijvoorbeeld geen autogordel, dan wordt over het algemeen een percentage van 25% eigen schuld aangenomen, hetgeen erin resulteert dat niet 100% maar 75% van de schade dient te worden vergoed³.

In het arrest Van der Slot/Manege Bergemo formuleerde de Hoge Raad het uitgangspunt dat de BGK-nota in beginsel in dezelfde mate als de hoofdvordering wordt verminderd met het percentage eigen schuld van de benadeelde.4 Dat geldt ook voor de kosten rechtsbijstand in de deelgeschilprocedure, omdat deze kosten op grond van artikel 1019aa lid 2 Rv kosten zijn als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. 5

Op de hier boven genoemde hoofdregel, dat het percentage eigen schuld van het slachtoffer in beginsel doorwerkt in de BGK, zijn uitzonderingen denkbaar door de billijkheidscorrectie. 6 Hierbij zijn de volgende drie stappen van belang. Eerst vindt de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW plaats (1), daarna wordt de eigen schuld verdisconteerd (2) en tot slot kan nog een (tweede) billijkheidscorrectie van artikel 6:101 BW worden uitgevoerd (3). De tweede billijkheidscorrectie ziet enkel op vergoeding van de BGK. 7 In de literatuur komen een aantal omstandigheden naar voren die aanleiding kunnen zijn voor een tweede
billijkheidscorrectie: bijzonderheden in de opstelling van (één van beide) partijen bij de aansprakelijkheidsstelling en/of bij de onderhandelingen over de voldoening buiten rechte, aard van de in het geding zijnde eigen schuld, niet nakomen van een toezegging inzake de vergoeding van de kosten van een buitengerechtelijk traject. 8

De opstelling en houding van de aansprakelijke partij/verzekeraar kan dus een argument zijn voor een (tweede) billijkheidscorrectie. In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland leidde een starre houding van de verzekeraar dan ook tot volledige vergoeding van de BGK, ondanks eigen schuld. De rechtbank oordeelde dit omdat de onderhandelingen over de schadevergoeding moeizaam verliepen, de verzekeraar de schade aanvankelijk laag begrootte en zeer terughoudend was bij de mondelinge behandeling van een eerder geschil. Gezien de ernst van het letsel, het complexe medische traject en de blijvende beperkingen,
brengt de rechtbank het percentage eigen schuld niet in mindering. 9 Ook in een uitspraak van het gerecht in eerste aanleg in Curaçao is de BGK toegewezen, door de houding van de verzekeraar. 10

BGK en eigen schuld in de deelgeschilprocedure
Het voorleggen van een BGK-geschil kan in een deelgeschilprocedure. Voor het starten van een deelgeschilprocedure gelden een aantal formele vereisten, zoals dat alleen een deel van het geschil kan worden voorgelegd en dat de beslissing in het deelgeschil moet bijdragen aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. 11

Rechters gaan wisselend om met de toepassing van de formele vereisten die gelden voor een deelgeschilprocedure. 12 Een rechter kan vrij eenvoudig oordelen dat er aan de formele vereisten is voldaan wanneer de overweging bestaat dat partijen (uiteindelijk) gebaat zijn met een oordeel over de BGK. 13 De discussie omtrent het BGK-geschil staat afwikkeling van het letselschadetraject immers in de weg en de belemmering kan worden weggenomen door een beslissing van de rechtbank.

Een harde grens wordt getrokken indien sprake is van misbruik van procesrecht. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien het instellen van de BGK-vordering enkel het belang van de gemachtigde dient. 14 Het is namelijk niet de bedoeling dat de deelgeschilprocedure wordt gebruikt als een goedkopere variant op de incassoprocedure.

Conclusie
BGK kunnen een rol spelen in letselschadezaken. Ze worden doorgaans volledig vergoed door de aansprakelijke partij, tenzij er sprake is van eigen schuld. Hoewel eigen schuld van het slachtoffer doorgaans leidt tot een vermindering van de schadevergoeding en de BGK, kan dit worden beperkt als de aansprakelijke partij of verzekeraar onredelijk handelt. De
billijkheidscorrectie biedt dan de mogelijkheid om, ondanks eigen schuld, toch een volledige vergoeding van de BGK toe te kennen..

Voor de letselschadepraktijk betekent dit dat partijen zorgvuldig moeten beoordelen welke kosten redelijk en noodzakelijk zijn, en dat onderhandelingen over BGK complex kunnen zijn, vooral bij discussie over aansprakelijkheid of eigen schuld. De houding van de verzekeraar en de mate van redelijkheid in het schadetraject kunnen doorslaggevend zijn bij de uiteindelijke vergoeding.

Heeft u vragen of opmerkingen? Neem contact met ons op!
mr T.J.J. van Dijk
t.vandijk@advocaatvandijk.nl
079-3239558

 

1 Artikel 6:96 lid 2 sub b BW en 6:96 lid 2 sub c BW. 2 Artikel 6:101 BW.
3 J.F. Roth, De vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand in letselschadezaken, VR 2020/178, p.324.
4 Hoge Raad 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7624 (Van der Slot/Manege Bergemo).
5 J.F. Roth, Ondanks eigen schuld alle BGK vergoed, Letsel & Schade 2024, nr. 2, p. 39.
6 Hoge Raad 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7624, r.o. 3.3 (Van der Slot/Manege Bergemo).
7 J.F. Roth, Ondanks eigen schuld alle BGK vergoed, Letsel & Schade 2024, nr. 2, p. 39-40.
8 J.F. Roth, Ondanks eigen schuld alle BGK vergoed, Letsel & Schade 2024, nr. 2, p. 40.
9 M. Griffioen, Rechtbank Noord-Nederland 23 februari 2024, Letsel & Schade 2024, nr. 2, p. 35.
10 Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 3 juni 2024, ECLI:NL:OGEAC:2024:149 (E/Inter Assure).
11 Artikel 1019z Rv.
12 R.D. Leen, De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure, TVP 2019, nr. 4, p. 142.
13 R.D. Leen, De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure, TVP 2019, nr. 4, p. 137-138.
14 P.C. Knijp, De grenzen van het deelgeschil, TRL 2018, nr. 6.