De zaak:
Een zelfstandig gevelreiniger overkwam in 2012 een arbeidsongeval. Hij was als ZZP-er ingehuurd en hij liep letsel op aan zijn voet, tijdens het werk. De AVB (aansprakelijkheidsverzekering) verzekeraar van de inlener erkende de aansprakelijkheid. Men vond echter dat bij de schadevergoeding de betalingen van de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar (AOV-uitkeringen) die de man ontving verrekend zou moeten worden.
In deze zaak speelt de vraag of de uitkeringen van de AOV verzekeraar van het slachtoffer verrekend mogen worden met hetgeen de aansprakelijke partij terzake het verlies aan verdienvermogen dient te vergoeden
Uitspraak rechtbank en arrest Hoge Raad
De rechtbank van Rotterdam wijst in haar uitspraak op het richtinggevende arrest van de Hoge Raad van 1 oktober 2010 (LJN BM 7808). Getoetst aan de criteria van de Hoge Raad, is verrekening van de AOV uitkeringen volgens de kantonrechter niet in overeenstemming met de redelijkheid.
- De premie voor de AOV verzekering bijvoorbeeld, werd in deze zaak niet door de inlener maar door het slachtoffer betaald.
- De aansprakelijkheid van de inlener is hier bovendien gedekt door een aansprakelijkheidsverzekeraar.
- Voor een gelijkstelling met de positie van een werknemer ziet de kantonrechter verder onvoldoende grond.
Op grond van bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat de AOV uitkeringen niet voor verrekening in aanmerking komen.
Mr. Thomas van Dijk over deze zaak:
Mr. Van Dijk is blij met deze uitspraak. Het is niet redelijk dat de uitkeringen van de AOV verzekeraar gedaan aan de zzp-er ten goede komen aan de aansprakelijke partij.
De zzp-er heeft er zelf voor gekozen deze verzekering af te sluiten en hij heeft zelf de premie hiervoor betaald. Bedacht moet worden dat AOV-verzekeringen voor ZZP-ers vaak erg kostbaar zijn en het is dan ook niet redelijk dat de aansprakelijk partij hiervan zou profiteren.